Een woordje uitleg over de werking van onze zwemschool:

Er zijn 4 niveaus die met een kleur aangeduid worden.

Oranje:

In Oranje starten we op initiatie niveau, gedurende twee uur per week, met het aanleren van drijven in rugligging met de armen opwaarts en met het aanleren van een correcte beenslag. Dit neemt twee à drie maanden in beslag vooraleer we de overgang kunnen maken naar rugslag. Het doel is dat het kind vlot en zonder hulp van een plankje 50m kan zwemmen in rugslag.

Zoals aangeleerd in de “Mini’s” wordt er gestreefd om 25m op benen crawl te zwemmen met een plankje en met ritmisch in- en uitademen (= aquatisch ademen). In Oranje gaan we hierop verder en oefenen we zijwaarts ademen van de vrije slag zonder plankje. Als dit goed lukt grijpen we terug naar het plankje om de armen erbij te nemen.

Op het einde van de lessenreeks moet het kind bij het overgangsmoment in staat zijn 4 lengtes te zwemmen in benen rugslag en vrije slag.

De zwemmertjes leren ook duiken in het water. Dit wordt in de hogere niveaus verder aangeleerd.

Groen:

In deze groep wordt, 2 keer per week gedurende 1 uur, de rugslag verfijnd, de vrije slag verder ingeoefend en de beenbewegingen van schoolslag en vlinderslag aangeleerd.

Er wordt meer aandacht besteed aan de armbeweging, zowel onder als boven water. Op het einde van de lessenreeks kan een een afslagbeweging zonder hulpmiddel uitgevoerd worden zonder hulpmiddel.

De beenweging van schoolslag wordt aangeleerd in rugligging d.m.v. hulpmiddelen zoals noodles en plankjes.

In Groen starten we met de golfbeweging van vlinderslag m.b.v. zwemvliezen, zowel in buik- als in rugligging.

Het duiken en draaien rond lengte- en breedte-as in het water wordt vervolmaakt.

Roos:

In Roos worden er  langere afstanden gezwommen op de rug, zodat de zwemmer op het einde van de lessenreeks 200m kan zwemmen zonder problemen in zowel rugslag als vrije slag.

De vrije slag wordt vervolmaakt. Er wordt gewerkt op details en de afstanden gaan omhoog.

Het hoofddoel in Roos is het vervolledigen van de schoolslag. De armbeweging, de ademhaling en de coördinatie worden aangeleerd.

De start- en keerpunten worden aangeleerd in zowel crawl en rugslag.

In Roos is het de bedoeling dat de zwemmer op zelfstandige basis kan zwemmen, en wordt het gebruik van. hulpmiddelen systematisch afgebouwd.

Blauw:

Blauw is de laatste groep van de zwemschool. Als het kind geslaagd is voor de eindtest in blauw, mag het een keuze maken; ofwel kiest hij/zij voor competitiezwemmen ofwel voor recreatiezwemmen.  

In Blauw is het de bedoeling dat het kind  vrije slag, rugslag en schoolslag beheerst. De afstanden in deze slagen gaan dan ook omhoog.  

Verder wordt  vlinderslag verder aangeleerd, alsook de keerpunten van schoolslag en vlinderslag.

De belangrijkste doelstellingen voor deze groep zijn dan ook dat de kinderen 25m vlinderslag en 400m vrije slag kunnen zwemmen.

Recreatiezwemmen:

Na Blauw kan de zwemmer kiezen voor competitie-, of recreatiezwemmen.

Recreatiezwemmen heeft als belangrijkste doelstellingen: blijven zwemmen en conditie onderhouden. Het is een alternatief voor competitiezwemmen.